11 februari 1997 om 06.30 MET, 20 x 80 verrekijker, beeldveld ongeveer 4 graden. Magnitude (blote oog): + 1.7. Door stadslicht en dunne sluierbewolking was er met het blote oog nauwelijks een staart zichtbaar. In de verrekijker was het centrum van de coma helder, bijna sterachtig, omgeven door een heldere boog. De staartlengte in de verrekijker was ca. 2 graden.